Mavo (vmbo-theoretische leerweg)
Mavo staat voor middelbaar algemeen voortgezet onderwijs en bereidt voor op een MBO vervolgopleiding of doorstromen naar de HAVO.
Mentor
De mentor heeft een belangrijke rol in de begeleiding van de leerlingen. Elke leerling heeft een persoonlijke mentor die aanspreekpunt is voor zowel de leerling als de ouders. De leerling heeft, op eigen initiatief of op initiatief van de mentor, regelmatig een gesprek met de mentor waarin verschillende zaken aan bod kunnen komen; de voortgang van de leerling, het welbevinden, eventuele problemen die spelen e.d. De leerling staat centraal in deze gesprekken en zal gecoacht worden om zoveel mogelijk zelf zijn leerproces in handen te nemen. Minimaal één keer per jaar is er een gesprek met de ouders, leerling en mentor. Indien nodig is er vaker contact met ouders. Voor ouders is de mentor altijd het eerste aanspreekpunt op school.
Onderbouw
Op OSG de Hogeberg starten de brugklassers met een uitgebreid introductieprogramma om de school, hun persoonlijke mentor, hun klasgenoten en het reilen en zeilen van de nieuwe school te leren kennen. Het brugklaskamp in september maakt deel uit van het introductieprogramma. Als leerlingen met een schooladvies van de basisschool afkomen, starten ze op OSG de Hogeberg een tweejarige brugperiode. De leerlingen krijgen op hun eigen niveau les. Bij een dubbeladvies wordt de leerling geplaatst op het hoogste niveau. De eerste twee jaar zijn gericht op de brede ontwikkeling van de leerling en het voorbereiden op de pakketkeuze.
De leerlingen krijgen in de onderbouw (klas 1 en 2) veel verschillende vakken in het kader van de brede algemene ontwikkeling.
Mavo klas 3 en 4
De leerlingen volgen in klas 3 de volgende verplichte vakken: Nederlands, Engels, Duits, wiskunde, economie, biologie, nask1 (natuurkunde) en nask2 (scheikunde), maatschappijleer, lichamelijke opvoeding en kunstvakken (KV1). Loopbaanoriëntatie en begeleiding (LOB) is een verplicht onderdeel voor alle leerlingen. Ook kiezen leerlingen aan het eind van klas 2 tussen aardrijkskunde en geschiedenis.
In klas 4 kiest de leerling een profiel (Techniek, Zorg en Welzijn, Economie of Landbouw) en een vakkenpakket. Ze mogen alleen de vakken kiezen die ze in de derde klas gevolgd hebben. Leerlingen die na de mavo naar de havo willen opstromen moeten in de vierde klas een extra vak kiezen. Ze volgen een instapprogramma voor wiskunde A en B en scheikunde als ze deze vakken kiezen.
In klas 3 start een leerling al met het opbouwen van een schoolexamencijfer. Het SE-cijfer van klas 3 gaat dan ook mee naar klas 4. Uit welke onderdelen het schoolexamen bestaat wordt vastgelegd in het PTA (programma van toetsing en afsluiting). Deze staat vanaf 1 oktober op de website van de school.
Het PTA van klas 3 moet afgerond zijn voordat de leerling over mag naar klas 4. Het eindexamenjaar is een belangrijk jaar voor de leerlingen. Na 4 jaar kunnen zij gaan laten zien wat zij allemaal geleerd hebben en of ze voldoende geleerd hebben om door te kunnen stromen naar het mbo. In het vierde jaar maken de leerlingen een profielwerkstuk, dat minimaal met een voldoende moet worden afgesloten.